Apollo®
Insecticide die heel effectief is op mijten in de vroege stadia. Apollo® bevat clofentezine en deze actieve stof werkt vooral op de eieren van spint en mijten.

Algemene informatie
Apollo®: Insecticide tegen mijten
Apollo® bevat clofentezine en deze actieve stof werkt vooral op de eieren van spint en mijten. Ook jonge larvestadia worden bestreden maar de toepassing is vooral gericht op het goed raken van de eieren van zowel fruitspint, bonespint, galmijt en bollenmijt. Clofentezine is als actieve stof rood van kleur en hiermee moet rekening worden gehouden. Apollo bevat geen fluor.
Apollo® is toegelaten in de teelt van appels, peren, pruimen, kersen en aardbeien. Daarnaast ook in bloembollen en -knollen, bolbloemen en knolbloemen, boomkwekerijgewassen, bloemisterijgewassen en vaste planten.
Apollo® in een oogopslag
- Veilig voor nuttigen
- Werkt op bonespint en fruitspint
- Werkt op galmijt, bollenmijt en stromijt
- Geregistreerd in groot aantal gewassen
Toelatingen per gewas
Aardbeien
Dosering: 0,03% (30 ml per 100 liter water) ter bestrijding van bonenspint (Tetranychus urticae). Een behandeling uitvoeren wanneer de eieren van het bonenspint wordt waargenomen.
Toepassing mag uitsluitend plaatsvinden tot het opengaan van de eerste bloemen dan wel na de laatste pluk.
Toegelaten op productievelden, selectie- en vermeerderingsvelden en op wachtbedden.
Appel
Dosering: 0,03% (30 ml per 100 liter water) voor of na de bloei ter bestrijding van fruitspint (Panonychus ulmi).
Toepassing voor de bloei:
Het middel dient te worden toegepast voor de bloei ruim voor het uitkomen van de eerste wintereieren.
Toepassing na de bloei:
Het middel dient te worden toegepast op het moment van een eitop of spoedig daarna (meestal vanaf half juni)
Er is uitgegaan van 1500 l/ha spuitvloeistof of meer waarbij de aangegeven dosering van 0,03% dient te worden gebruikt. Bij gebruik van minder dan 1500 l/ha spuitvloeistof dient de dosering zodanig te worden aangepast dat 450 ml middel per ha wordt toegediend.
Bloembol- en bloemknolgewassen muv grofbollige narcis (onbedekte teelt).
Vanaf maart 2018.
Bolbloemen en knolbloemen muv grofbollige narcis (bedekte, niet grondgebonden teelt)
Vanaf maart 2018.
Bloemisterijgewassen
Dosering: 0,03% (30 ml per 100 liter water), ter bestrijding van bonenspint (Tetranychus urticae). Een behandeling uitvoeren wanneer de eieren van de bonenspint wordt waargenomen.
Boomkwekerijgewassen
Dosering: 0,03% (30 ml per 100 liter water), ter bestrijding van bonenspint (Tetranychus urticae). Een behandeling uitvoeren wanneer de eieren van de bonenspint wordt waargenomen.
0,03% (30 ml per 100 liter water) ter bestrijding van fruitspint (Panonychus ulmi). In het voorjaar het middel toepassen ruim voor het uitkomen van de eerste wintereieren: in de zomer toepassen op het moment van eitop of spoedig daarna.
Kersen
Dosering: 0,03% (30 ml per 100 liter water) voor de bloei ter bestrijding van fruitspint (Panonychus ulmi).
Toepassing voor de bloei:
Het middel dient te worden toegepast voor de bloei ruim voor het uitkomen van de eerste wintereieren.
Opmerking:
Er is uitgegaan van 1500 l/ha spuitvloeistof of meer waarbij de aangegeven dosering van 0,03% dient te worden gebruikt. Bij gebruik van minder dan 1500 l/ha spuitvloeistof dient de dosering zodanig te worden aangepast dat 450 ml middel per ha wordt toegediend.
Peren
Dosering: 0,03% (30 ml per 100 liter water) voor of na de bloei ter bestrijding van fruitspint (Panonychus ulmi).
Toepassing voor de bloei:
Het middel dient te worden toegepast voor de bloei ruim voor het uitkomen van de eerste wintereieren.
Toepassing na de bloei:
Het middel dient te worden toegepast op het moment van een eitop of spoedig daarna (meestal vanaf half juni).
Er is uitgegaan van 1500 l/ha spuitvloeistof of meer waarbij de aangegeven dosering van 0,03% dient te worden gebruikt. Bij gebruik van minder dan 1500 l/ha spuitvloeistof dient de dosering zodanig te worden aangepast dat 450 ml middel per ha wordt toegediend.
Pruimen
Dosering: 0,03% (30 ml per 100 liter water) toepassen uitsluitend voor de bloei ter bestrijding van fruitspint (Panonychus ulmi).
Toepassing voor de bloei:
Het middel dient te worden toegepast voor de bloei ruim voor het uitkomen van de eerste wintereieren.
Opmerking:
Er is uitgegaan van 1500 l/ha spuitvloeistof of meer waarbij de aangegeven dosering van 0,03% dient te worden gebruikt. Bij gebruik van minder dan 1500 l/ha spuitvloeistof dient de dosering zodanig te worden aangepast dat 450 ml middel per ha wordt toegediend.
Vaste planten
Dosering: 0,03% (30 ml per 100 liter water), ter bestrijding van bonenspint (Tetranychus urticae). Een behandeling uitvoeren wanneer de eieren van de bonenspint wordt waargenomen.