Contactfungicide of systemisch fungicide
Septoria tritici: bestrijden met contactfungicide of systemisch fungicide?
Verschillen en gebruik
Systemische fungiciden kunnen worden gebruikt om plantenziekten zoals Septoria tritici te bestrijden met één grote maar. Want de toenemende problemen met resistentie leiden tot een steeds onzekerder effect. Het risico bestaat dat beproefde gebruiksstrategieën in de toekomst niet meer werken. Dus wat te doen? Contactfungiciden gebruiken?
Lees in dit artikel wat het verschil is tussen de twee soorten fungiciden, wat hun voor- en nadelen zijn en hoe je handig voordelen kunt combineren om je tarwe gezond te houden.
Septoria tritici wordt steeds moeilijker te beheersen. Want belangrijke groepen werkzame stoffen zoals azolen verliezen door de ontwikkeling van resistentie geleidelijk hun werkzaamheid tegen de schadelijke schimmel. Ook bij carboxamiden (SDHI’s) is een resistentieontwikkeling waar te nemen, maar de werking in het veld wordt nauwelijks aangetast. Om septoria te bestrijden is het gebruik van zowel azolen als carboxamiden dus nog steeds verstandig en belangrijk.
Systemische fungiciden: werkingsprincipe, voor- en nadelen
De meeste fungiciden zoals azolen en carboxamiden hebben een systemische werking. Na het toedienen dringt de stof de plant binnen en verspreidt zich daar min of meer. In de plant wordt de schimmel bestreden en infecties voorkomen. Ze hebben in de regel een vrij breed werkingsspectrum. Een nadeel is echter dat systemische fungiciden bijna altijd een single-site werking hebben. Dit betekent dat ze alleen een heel specifiek punt in de schimmelcel aanvallen. Als daar mutaties ontstaan, kan de schimmel gedeeltelijke of volledige resistentie ontwikkelen tegen de werkzame stof. Systemische fungiciden hebben daarom een groter risico dat de schimmel zich aanpast en resistentie tegen de stof ontwikkelt. Dit verklaart ook waarom hele groepen actieve stoffen zoals azolen geleidelijk hun effectiviteit kunnen verliezen.
U moet dus niet alleen vertrouwen op single-site fungiciden zoals azolen of carboxamiden.
Contactfungiciden: werkingsprincipe, voor- en nadelen
In tegenstelling tot systemische fungiciden is Stavento een multi-site contactfungicide en bevat de actieve stof folpet. Het dringt het bladoppervlak niet binnen, maar vormt een beschermende laag die infecties voorkomt. Multi-sites zijn overwegend contactfungiciden. Ze werken tegelijk op meerdere delen in de cel van de schimmel. De schimmel kan zich daarom niet aanpassen en ontwikkelent daardoor geen resistentie.
Het voorkomen van resistenties is het grootste voordeel van multi-sites. Natuurlijk zijn er ook beperkingen:
- Multi-site contactmiddelen hebben alleen een preventieve werking.
- Het moet toegepast zijn voordat de schimmel op het bladoppervlak aanwezig is.
- Multi-site middelen hebben een smaller werkingsspectrum.
Het is aan te bevelen om zowel contactfungiciden als systemische fungiciden te combineren en niet solo toe te passen.
De oplossing is om goed te combineren
De oplossing ligt voor de hand: door het combineren van actieve stoffen met contactwerking en stoffen met een systemische werking behaal je het beste uit twee werelden. De ene werkzame stof voorkomt en beschermt tegen de ontwikkeling van resistentie, de andere bestrijdt ook bestaande infecties en verbreed het werkingsspectrum. Contactfungiciden vormen zo de basis van een goede fungicidestrategie en vullen systemische fungiciden optimaal aan.